Echt luisteren

Hoe vaak heb jij nog een echt gesprek in het kader van een artistiek project? En met een echt gesprek bedoel ik geen “online conversatie”. Maar wel wanneer twee mensen (en niet meer) in dezelfde kamer ongestoord praten met en luisteren naar elkaar. En met ongestoord bedoel ik zonder onderbrekingen van je GSM, social media alerts of andere personen. En zonder achterna gezeten te worden door de tijd. (En neen, ik heb me voor dit artikel niet laten inspireren door Sint-Valentijn).

De waarde van luisteren en live interactie wordt onderschat en ondergewaardeerd in onze huidige werkcultuur. Klopt het volgens jou dat “beter luisteren” (door jezelf) een concurrentieel voordeel vormt omdat het leidt tot “beter spreken” (door de ander)? Heb jij ook genoeg van de ontoereikende kwaliteit van de conversaties die je vaak te verwerken krijgt? Neem dan de proef eens op de som zou ik zeggen. En begin te oefenen in beter luisteren.

De eerste stap is er zich bewust van te worden om aandachtig te luisteren. Zodra iemand begint te praten tegen jou, dient je aandachtsniveau omhoog te schieten zodat jij je volle aandacht ter beschikking hebt van je gesprekspartner. Vaak betekent dit je smart phone stilzetten en negeren.

Verzoen je ermee dat je notities kunnen wachten tot later. Ook al ben je het soort persoon (beetje zoals ik) dat graag de zaken goed documenteert. Probeer het eens niet te doen, en je zal zien, het werkt ook. Bovendien zijn enkel de essentie van het gesprek en de actiepunten het waard genoteerd te worden. En geloof me, die zal je wel kunnen reproduceren na afloop van het gesprek. Tenminste, als je er je volle aandacht bij hield.

Het goede is dat je dit dagelijks kan oefenen, in elk soort gesprek. Maar het zal je het beste van pas komen wanneer je uitgesproken feedback op je werk te verwerken krijgt. En soms (maar gelukkig niet altijd) zijn dit negatieve oordelen van mensen die jouw talent, kennis en expertise missen. Meningen ingegeven door subjectieve criteria of gewoon door het gevoel van het moment. Hoe je omgaat met afwijzing is namelijk een belangrijke factor voor de verdere evolutie van je werk.

Wanneer je gesprekspartner gedreven wordt door een duidelijk positief gevoel, koppel dat dan steeds terug. Met andere woorden, beantwoordt enthousiasme met enthousiasme, verbazing met verbazing, lof met lof, aanmoediging met aanmoediging,… Dat doe je in de eerste plaats via je lichaamshouding en gezichtsuitdrukking. En je stem. Een enthousiaste spreker beweegt, klinkt en ziet er anders uit dan een verwonderde spreker.

In het geval er een negatieve emotie speelt zoals bvb. teleurstelling, frustratie, onbegrip, boosheid… is het erg belangrijk de informatie goed te beluisteren en deze rustig met de juiste vragen te beantwoorden.

  • Het herkaderen, of zeg maar herhalen van de informatie maar met je eigen woorden is een duidelijk teken dat je hoort wat je gesprekspartner zegt en er aandacht voor hebt. Het laat je ook toe je gesprekspartner meer ruimte voor toelichting te bieden en jezelf meer tijd te gunnen om de informatie op te nemen en te begrijpen. Wat al eens kan helpen wanneer je onverwachts overweldigd wordt door negatieve feedback.
  • Vervolgens stel je zoveel mogelijk open vragen die de inhoud nog verduidelijken. Open vragen beginnen met de woorden wie, wat, waar, wanneer, hoe,… Maar vermijd ten alle tijde waarom vragen. Waarom vragen zetten een soort van hiërarchische verhouding (de één moet de ander verantwoording afleggen) en dat is niet wat je wil binnen een evenwichtig gesprek. Waarom vragen dwingen vaak tot defensief gedrag en activeert bovendien voornamelijk het rationele brein. Terwijl we dit niet altijd willen. Dit betekent niet dat wanneer je het oneens bent, je de oorzaak van het meningsverschil niet kan delen. Verklaringen bieden beide gesprekspartners inzicht en dus ruimte voor een positief vervolg.
  • Het plan is te eindigen met probleemoplossende vragen. Want jouw doel is tenslotte toch het gesprek te beëindigen met een overeengekomen actiepunt richting een oplossing.

Goede luisteraars krijgen betere sprekers. Dus zeker het proberen waard.

Maar ook de stilte heeft zijn aanhangers. Leonardo da Vinci (1452 – 1519) is het schoolvoorbeeld van het renaissance-ideaal van de homo universalis. En een waar genie. Het behoeft geen toelichting dat Leonardo een bijzonder sterk observator was. Hij kon ook zeer goed luisteren. In stilte. In de overtuiging dat niets autoriteit zo erg versterkt als stilte. En een autoriteit is hij geworden, eentje waar je soms helemaal stil van wordt. Ik dan toch. Enkele dagen terug bezocht ik het Louvre Lens waar de eerste tijdelijke tentoonstelling gewijd is aan de Renaissance. Eén van de topwerken is Leonardo’s vers gerestaureerde schilderij “Anna te drieën” (1510), dat zijn Parijse thuis voor het eerst verliet in 200 jaar. Maar dit is zeker niet de enige reden waarom een bezoek aan het Louvre Lens pure zelfverwennerij is.

St-Anna te drieën, Leonardo Da Vinci, Louvre, Lens

En soms, tja, dan heb je van die grappige slimmeriken zoals Picasso. Picasso werd gek van de vragen over zijn werken. Hij had altijd een slim antwoord of nieuwe vraag klaar. Het volgende is een leuke anekdote, niet helemaal waar, maar het werd graag en vaak verteld. Tijdens WOII verbleef Picasso in Parijs en kreeg hij geregeld bezoek van de Gestapo, die zich maar al te graag artistieke privileges toeëigenden. Het verhaal gaat dat de Duitse ambassadeur Picasso opzocht in de hoop het op een afspraakje te kunnen gooien. Bij het bekijken van een reproductie van de “Guernica” vroeg de ambassadeur. “Dus, dit is uw werk, Mr. Picasso?” Waarop Picasso zou geantwoord hebben: “Neen, dit is uw werk”, waardoor de ambassadeur zich uit schaamte de reproductie niet durfde toe te eigenen.

 

Bronnen:

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *