Essentialisme

De zomer is een periode waarin we tijd maken om ons kennisvat bij te tanken. Voor mij toch. Ik doe dit eigenlijk het ganse jaar door. Maar tijdens de zomer neem ik al eens een boek of magazine ter hand, gewoon omdat het me aantrekt. Een gokje, een verwennerij, een kleine ontdekking. Zonder goed te weten wat het me zal opleveren.

Zo las ik deze zomer dit artikel over essentialisme in Kinfolk, een prachtig en zorgvuldig gemaakt magazine dat zeker het ontdekken waard is (mocht je het niet kennen).

Ik herkende mijn behoefte aan rust, routine, minder maar beter zo hard in het essentialisme. Want ja, zeg nu zelf, we hebben meer vragen dan antwoorden. Er zijn een hoop meer keuzes dan beslissingen. Veel meer kansen dan uren in een dag. En we putten ons uit omdat we geloven dat we alles willen en kunnen (soms zelfs moeten) doen zolang we het maar in ons schema ingepland krijgen. En onze omgeving wijst ons daar voortdurend op. Alles kan, alles is mogelijk, zolang je het maar  genoeg wil en bereid bent er hard voor te werken.

En dan komt “Essentialism, the disciplined pursuit of less (Greg McKeown): how can we do more with less” als een erg geruststellende en prikkelende gedachte. Zeker als je op zoek bent om een bepaalde impact te realiseren.

Als vakantielectuur was het blijven hangen en het essentialisme is voelbaar in keuzes en beslissingen van de afgelopen maanden. Nu de routine terug haar intrede deed (heerlijk voor een routinebeestje als ik) en alles terug wat op zijn plaats valt, maak ik weer ruimte voor ontmoetingen. De afgelopen dagen heb ik er een paar gehad die me zo mooi sturen in mijn gedisciplineerde beoefening in “meer doen met minder”. Ik heb me helemaal opengesteld voor wat er leeft en speelt bij mijn gesprekspartners en ben tot enkele verassende inzichten gekomen met een positieve invloed op mijn persoonlijke en professionele ontwikkeling (al vallen die eigenlijk wel voor een groot deel samen natuurlijk).

  • De verbazing dat een andere professionele (organisatorisch erg verschillende) partij dezelfde methodiek ontwikkelde als mijn methodiek. Dit is echt een eye-opener die mooie kansen biedt. Een onverwachte oplossing voor een behoefte waar ik al een hele tijd mee worstel.
  • De herkenning dat anderen tegen dezelfde praktische en materiële lasten aanlopen en hoe ze hiermee omgaan en hoe we elkaar hierin kunnen helpen.
  • Het delen van de stappen die elk individu zet in de ontwikkeling van je eigenheid. Met veel mildheid en humor.
  • Het samen erkennen van de maatschappelijke druk dat we alles zouden moeten kunnen doen en hebben. Terwijl sommigen dit eigenlijk helemaal niet willen

Al deze dingen werden me opnieuw erg duidelijk doorheen de gesprekken in de voorbije dagen. Iemand voor wie gesprekken een echte game changer was, is Wendy MacNaughton, illustrator en grafisch journalist uit San Francisco. In haar 99U video “listen to strangers”, licht ze toe hoe dat komt en spoort ze ons aan uit ons hoofd te treden en met vreemden te praten. Haar verhaal is op zijn minst merkwaardig. Ga zeker ook eens neuzen in haar portfolio. Prachtig werk. Hieronder één van haar illustraties die mooi haar geloof in de rijkdom van de mensen illustreert en de verbinding die ze kan voelen en opbouwen met zeg maar iedereen in de wereld.

connect-picture

Dus enkele juiste vragen, kiemen tot interessante gesprekken die – als het mag van jullie – ik wil planten in jullie hoofd voor de komende zonnige dagen:

  • Waar zal ik op mijn sterfbed spijt van hebben? (Weet ik, een enorme clichévraag, maar ze hoort hier nu eenmaal thuis in dit rijtje, dus die hebben we dan al maar gehad.)
  • Probeer ik werkelijk alles te hebben wat het leven te bieden heeft zolang ik het maar in mijn planning geduwd krijg?
  • Wat is essentieel voor mij? Heb ik hiervoor andere dingen op te geven die minder belangrijk zijn zodat ik het essentiële kan nastreven en bereiken?
  • Investeer ik in een variatie aan activiteiten of focus ik op een aantal dingen waardoor ik tot zinvolle resultaten kom?
  • Investeer ik in de juiste relaties?
  • Besteed ik zorg aan materialen en bezittingen waar ik absoluut gek op ben? Die ik regelmatig gebruik en die me een fantastisch resultaat opleveren?
  • Herken ik in mijn creatieve praktijk een soort van “paard van Troje vol kansen”?
  • Kan ik in een normale werkweek een vorm van essentiële routine herkennen?
  • Welke apps heb ik op mijn smart phone en heb ik die werkelijk voortdurend nodig?
  • Zorgt mijn discipline ervoor dat ik “minder van meer” gedaan krijg of “meer van minder”?

Volgens de Franse schrijver Victor Hugo (1802 – 1885) is er maar één ding sterker dan alle legers van de wereld, en dat is een idee waarvoor de tijd rijp is. “Minder maar beter” lijkt mij zo’n idee. Wat denk jij?

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *