Ik maak kunst dus ik ben

Ik beken, ik lijd momenteel aan de “Rothko koorts”. Mijn Rothko board op Pinterest puilt uit. Over twee weken ga ik eindelijk de expo bekijken in het Gemeentemuseum in Den Haag en ondertussen ben ik een biografie aan het lezen. Reeds in verschillende posts verwees ik naar het overweldigende werk van Mark Rothko (1903 – 1970). Maar nu krijg ik meer en meer inzicht in zijn bewuste keuze voor het kunstenaarsbestaan. Mark Rothko is kunstenaar geworden omdat de rol van de kunstenaar in de maatschappij de enige was waarmee hij zich kon identificeren. Kunstenaars staan aan de rand van de maatschappij. Zoals hij. En doen iets creatiefs met hun observaties over die maatschappij.

Rothko is altijd een outcast geweest. Op verschillende manieren. Op 10-jarige leeftijd kwam hij uit Letland aan in Amerika. Hij was als jongste zoon van het gezin de enige die naar de Talmoedschool werd gestuurd. Wat ongebruikelijk was. Deze rol werd altijd de oudste zoon toegeschreven. In Portland had de familie Rothkowitz op drie terreinen een overgang te maken. Ze leefden als gegoede burgers tussen ambachtslieden, als progressieve Joden tussen de religieuze Joden en als stadsmensen in een Jodenwijk waar ieders gedrag sterk bepaald werd door nostalgie. Reeds op de High School werd iedereen wiens naam eindigt op -off of -ski als een outcast behandeld. De discriminatie door de WASP-families (White Anglo Saxon Protestant) was hevig. Dat trok zich door op Yale University. Naast de rassendiscriminatie van de WASP’s, kreeg hij er ook te maken met de sociale discriminatie van de Joden. Hij besloot er niet te blijven en kroop in zijn pen om het onrecht aan te kaarten. Iets wat hij gedurende zijn hele leven deed. Toen was hij twintig jaar en erg onstabiel. Het is in die periode dat hij de passie van zijn leven ontdekte. Zijn interesse voor de kunst ontstond in oktober 1923 tijdens het bezoek aan een vriend die naakttekeningen maakte. Eerder op toevallige wijze eigenlijk. En vanaf toen ging de bal voor Mark Rothko aan het rollen in de kunstwereld. Zijn verdere kunstenaarsleven bracht hij voornamelijk door in New York, wat eigenlijk een verderzetting is van opéénvolgende identiteitscrisissen.

Wanneer hij de dingen niet gezegd kreeg met verf, legde hij zijn kwasten neer en greep hij naar zijn pen. Soms zelfs eens een heel jaar lang. Dat deed hij begin jaren veertig om tot de conclusie te komen dat de sociale rol van de kunstenaar het beste paste bij al zijn toekomstplannen. Een imago zonder etnische en religieuze banden. Hij maakt van kunst een vorm niet alleen van handelen, maar van sociaal handelen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat hij bij zijn Amerikanisering koos voor de naam Rothko in plaats van Roth zoals zijn broers. Rothko is immers minder te doorgronden en moeilijker etnisch te plaatsen.

Hij leefde in de overtuiging dat de kunst na hem zou eindigen. Toen het hem duidelijk werd dat dit niet het geval zou zijn, loste hij op in zijn kunst, weg uit het leven. Bekijk zeker deze prachtige reportage over de expo en de kunstenaar waarin zijn zelfgekozen levenseinde mooi wordt verwoord.

Met welke rollen identificeer jij je? Geloof jij ook dat de identificatie met je nieuwe, betere, andere zelf een rol speelt bij het succesvol integreren van nieuwe gewoontes?

Mark Rothko (1903-1970), Zonder titel, 1953, gemengde techniek op doek, 195 x 172,1 cm, National Gallery of Art, Washington – schenking The Mark Rothko Foundation, Inc. © 1998 Kate Rothko Prizel & Christopher Rothko /Artists Rights Society (ARS), New York c/o Pictoright Amsterdam 2014

 Mark Rothko, zelfportret via Wikiart

 

Bron: Annie Cohen-Solal, “Mark Rothko – biografie”, Meulenhoff

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *