Picasso en Van Gogh zijn met hun werk het beste vertegenwoordigd in het lijstje van de duurst verkochte kunstwerken ter wereld momenteel. Hoe succesvol ze nu ook zijn, in leven was er een enorm verschil in welvaart tussen beide. Hoe kunnen zulke verschillende levens leiden tot deze zelfde uitzonderlijke status als kunstenaar vandaag?
Tijdens zijn korte leven zou Vincent Van Gogh (1853 – 1890) slechts één schilderij verkocht hebben, nl “De rode wijngaard” (Arles, 1888) aan de Belgische impressionistische kunstschilderes Anna Boch voor 400 francs (ongeveer $ 1600 in 2011).
Als schilder werd hij financieel gesteund door zijn jongere broer Theo. Maar Van Gogh was niet altijd kunstenaar. Er waren periodes in zijn leven voorafgaand aan zijn kunstenaarschap waar hij op totaal andere manieren probeerde zijn brood te verdienen. Voor hij schilderde was hij onder andere een onsuccesvol kunsthandelaar.
Pablo Picasso daarentegen leefde heel lang (1881 – 1973) en bovendien heel productief, van kinds af aan. Niet alleen productief in zijn vrije werken, maar ook toegepast voor theater, dansvoorstellingen, boeken en tijdschriften. Picasso was vooral geïnteresseerd in het maken van zijn kunst. Het verkopen en promoten liet hij meestal over aan anderen. Zijn meest invloedrijke fans waren Gertrude en Leo Stein. Men vroeg Picasso welk schilderij hij zou redden mocht het Louvre branden. Zijn antwoord was “het schilderij dat het dichtst bij de uitgang hangt”.
We kunnen heel erg veel verschilpunten tussen beide aanhalen. Maar één opvallende gelijkenis is dat deze getalenteerde kunstenaars beide een schilderende ouder hadden, namelijk de vader van Picasso en de moeder van Van Gogh. Er kan dus sprake zijn van een erfelijk talent. Maar onderschat ook niet de ongeziene werklust van Picasso en de labiele mentale voedingsbodem van Van Gogh. Niet dat deze factoren de enige succesfactoren zijn voor hen.
Er zijn talrijke succesfactoren voor een succesvolle loopbaan van een creatieve professional. Nu er is één ding waar ik absoluut van overtuigd ben. Ook al zal niet iedere lezer hier blij om zijn. De marketing van jezelf als artiest en je werk is een niet te onderschatten succesfactor. Nogal wat creatieve professionals zijn hier niet van overtuigd. Wel, als jij je self-marketing niet doet, zal misschien iemand anders het voor je proberen te doen (maar daar zou ik nooit op durven rekenen). En dan is het nog maar de vraag of je er blij mee zal zijn (in geval van de pers bvb). Neem daarom zelf de volle verantwoordelijkheid voor het succes van je loopbaan en maak tijd voor de promotie van je werk. Het niet doen, is de garantie voor status quo. Het wel doen, biedt de kans op vooruitgang en succes. Het is maar wat je kiest.
Onderstaande excuses om het niet te doen beschouw ik eerder als leugentjes om niet uit je comfortzone te hoeven treden:
- Te weinig tijd
- Mijn werk spreekt voor zichzelf
- Ik weet niet waar te beginnen
- Ik wil anderen er niet mee lastig vallen
- Ik leef niet in een artistieke omgeving
- Ik ben een introvert
- Ik ben niet rijk (genoeg)
- Ik ben beter aan het werk in mijn studio/atelier
- Ik ben er niet klaar voor, ik heb extra vooruitgang nodig
- Andere artiesten zijn beter
- Ik wacht tot ik meer tijd heb (op pensioen)
- Ik wacht tot mijn kinderen opgegroeid zijn
- Het is crisis